Sion
Wie Sion (Sitten) nadert kan haar twee heuvels niet missen. Het kasteel Tourbillon (658 m) en de basiliek Valère (611 m) bepalen het gezicht van de stad. Sion (Sitten) ligt in het midden van Wallis. Het is niet alleen de hoofdstad, het heeft ook een bisschopszetel sinds het jaar 580. De stad telt ruim 26.000 inwoners. Sion (Sitten) is waarschijnlijk de oudste stad van Zwitserland. Opgravingen in de omgeving van de Rue du Petit-Chasseur brachten een neolithische nederzetting aan het licht uit ca 3500 v. Chr. En bij de bouw van de garage onder de Planta in 1980 vond men zelfs sporen van bewoning uit 4500 v.Chr.
Voordat Wallis tussen 10 en 8 v. Chr. bij het Romeinse Imperium werd ingelijfd, was Sedunum hoofdstad van de Keltische stam der Seduni. Als Romeinse stad speelde het geen grote rol. Het christendom was in de 4de eeuw al aanvaard in de stad, in de 6de eeuw verplaatste de bisschop zijn zetel van Martigny naar Sion. Toen Rudolf III, de kinderloze koning van Bourgondie, in 999 aan de bisschop ook de wereldlijke macht in Wallis overdroeg was Sion (Sitten) het middelpunt van de regio geworden, maar tegelijk ook twistpunt. Zevenhonderd jaar lang hebben diverse machten met de bisschop van Sion (Sitten) een verbitterde strijd gevoerd om de heerschappij over de Rhônevallei: eerst Savoye, toen Bern, vervolgens de adellijke families en tenslotte de burgerij.
De nederzetting breide zich in de 11de eeuw aan de voet van de heuvels zich uit langs het riviertje de Sionne en naar het westen.
De stad werd in de 12de eeuw ommuurd met wallen en vijf poorten. Op de beide heuvels verrezen versterkte complexen, op de ene de burcht Tourbillon, op de andere de burcht Valeria, die de kapittelkerk met bijbehorende gebouwen omvatte. De voortdurende oorlogsdreiging maakte dergelijke vestingwerken noodzakelijk, in tijden van nood kon de bevolking er bescherming zoeken. Niet alleen tegen vijandelijke troepen maar ook tegen de voortdurende overstromingen van de Rhône en de Sionne noopten tot het zoeken van een veilig, hoger gelegen onderkomen.
De 16de eeuw stond in het teken van de twee grote tegenstanders: kardinaal Matthaus Schiner, bisschop van Sion (Sitten), en Georg Supersaxo, telg van een machtig geslacht uit Ernen. In die tijd zijn ambitieuze burgerfamilies de plaats van de eerdere feodale adel gaan innemen.
Een verwoestende brand in 1788 legde tweederde van de stad in as, vele patriciershuizen weer opgebouwd. Van 1810 tot 1813 was Sion (Sitten) korte tijd zetel van de prefect van het Franse departement Simplon. In 1815 werd Wallis bij Zwitserland gevoegd; Sion (Sitten) werd de hoofdstad van het nieuwe kanton. In de 19de eeuw werden de stadsmuren geslecht.
In deze eeuw werd de Sionne, die zo vaak de stad overstroomde of trof met een besmettelijke ziekte, gekanaliseerd en ondergronds geleid. Op een hoogte van 491 meter ligt Sion, aan de rechter oever van de Rhône. Er is een droog en zonnig klimaat, is omringd door boomgaarden en wijnbergen. De stad heeft een eigen vliegveld en een intercity-aansluiting op het internationale spoorwegnet. In Sion (Sitten) is het grootste pastauto-station van Zwitserland gevestigd met achttien verschillende lijnen, die de verschillende zijdalen ontsluiten. en het is een belangrijk centrum van landbouwproductie, wijnbouw en wijnhandel.
Sion (Sitten) is een gezellige stad, met vele terrasjes, drukke winkelstraten, mooie oude gebouwen en stille hoekjes. Hier moet je eens de lokale witte wijn en het Walliser bier proberen; beide uitstekende producten uit de stad zelf.
Voor een bezoek aan de stad laat je de wagen best achter in een overdekte parkeergarage in het centrum, bv."La Planta" aan de Avenue de la Gare. Het bezoek aan de stad kan men aanvangen vanaf het VVV kantoor aan het Placa de la Planta, het centrale plein van de stad waar in november 1475, het plein lag toen nog net buiten de stadsmuren, is er geschiedenis geschreven, omdat de Wallisers onder leiding van hun bisschop Walter Supersaxo op die locatie de overwinning behaalden op het 10.000 man sterke leger van Savoye. Het monument op het plein herdenkt overigens de aansluiting van Wallis bij de Zwitserse confederatie in 1815
Met de rug naar de Avenue de la Gare wandelt u in de richting van de kathedraal. Zodra u het plein voor de kathedraal betreedt, bevindt u zich in het oude stadscentrum dat vroeger omwald was. De middeleeuwse muren zijn echter verdwenen op enkele restanten na. De kathedraal Notre-Dame-du-Glarier heeft een 12de eeuwse Romaanse klokkentoren. De rest van het gebouw is in de 15de eeuw door een brand verwoest. De kathedraal is nadien in een gotische stijl terug opgebouwd.
Deze herbergt tal van historisch waardevolle objecten, zoals het hoogaltaar, graven, een elfde-eeuwse crypte en diverse beelden. Naast de kathedraal staat de mooieTheodulskerk.
Een van de bekendste panden in Sion is het Maison Supersaxo, dat stamt uit 1505 gebouwd door Georg Supersaxo, telg uit een voor Wallis zeer belangrijke familie afkomstig uit Ernen. In 1776 werd het geheel verbouwd. De ingang ligt in het binnenhofje tussen de Rue de Conthey en de Rue de Lausanne.De belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich in de grote zaal op de tweede verdieping.Het houten, beschilderde plafond wordt gezien als het hoogtepunt van de laat-gothische sierkunst in Zwitserland. Op het grote medaillon in het midden staat de geboorte van Christus afgebeeld, met daar rond onder meer kleurrijke rozetten en de familiewapens.
Het stadshuis (Hòtel de Ville) dat opvalt door zijn felrode renaissancegevel die versierd is met enkele barokke decoraties. Het stadhuis werd gebouwd tussen 1657 en 1665. Het houten portaal stelt het Salomonsordeel voor. De toren heeft een astronomisch uurwerk. De burgerzaal is een bezoek waard omwille van de prachtige houten beelden.
Op Place de Majorie bevinden zich twee musea. In Châteaux de la Majorie et du Vidomnat is het Kantonale Museum voor Schone Kunsten gevestigd. Ertegenover ligt het Kantonnaal Archeologisch Museum dat vele Romeinse en prehistorische voorwerpen bezit die gevonden werden in Wallis.
Voor een prachtig uitzicht over de stad en het Rhônedal, moeten de heuvels van Valère en Tourbillon beklommen worden. De linkse heuvel, Tourbillon is de hoogste van de twee. Op de heuvel staat de ruïne van wat ooit de machtigste vesting van Zwitserland was. Het 13de eeuws gebouw werd gedeeltelijk verwoest in 1416-1417 en weer hersteld in 1477. In 1788 werd het weer grotendeels verwoest door een brand. Via de trappen bereikt men de toegangspoort van de burcht. Het uitzicht op Valère, de stad, de heuvels, de wijngaarden en op de Rhônevallei is schitterend.
Terug naar beneden en weer omhoog naar de heuvel Valère. Halfweg staat de Allerheiligenkapel. Boven op de heuvel staat de kerkburcht. Het interieur is Romaanse, gotische en bevat zelfs wat barok (altaar en koor). Het 14de eeuws orgel dat tegen de westelijke muur ophangt is het meest indrukwekkende voorwerp in de kerk. Dit is het oudste nog bespeelbare orgel van Europa.