Het dal werd bereikbaar toen in 1912 de spoorwegtunnel gereed kwam. In Goppenstein kan men de autotrein naar Kandersteg in Berner Oberland nemen. Wij rijden in Goppenstein rechts het dal in.Het Lötschental is een bezoek meer dan waard. Verscholen tussen twee hoge bergkammen aan de grens met het Berner Oberland. De natuur is er schitterend, donkere bossen, groene weiden, besneeuwde toppen en gletsjers. De dorpjes zijn er authentiek met vele oude houten schuurtjes.

Het dal is lang geisoleerd gebleven. Dit is onder meer te wijten aan de Rotaui, de beruchte lawine van Goppenstein, die iedere winter het dal blokkeerde. Het dal was alleen bekend om zijn vastenavondgebruik. Angstaanjagende geklede volwassen vrijgezellen, de "Tschäggätta", rennen tussen Maria Lichtmis en Aswoensdag door de straten om iedereen schrik aan te jagen.

Zij zijn gekleed in schapen- of geitenvellen, trekken jutezakken over hun voeten en dragen op hun hoofd een houten masker. Deze eeuwenoude folklore wordt nog steeds in ere gehouden, het is nu in de eerste plaats een toeristenattractie geworden.

Het dal werd bereikbaar toen in 1912 de spoorwegtunnel gereed kwam. In Goppenstein kan men de autotrein naar Kandersteg in Berner Oberland nemen. Wij rijden in Goppenstein rechts het dal in.

Onderweg naar Ferden (1374 m) krijgen we een prachtig zicht op het einde van het dal met de Langgletsjer. In Ferden staan mooie houten huizen rond het witte barokke kapelletje van de heilige Barbara.

Wiler (1419 m) verloor in 1909 al zijn charmes, door een brand werd het dorp geheel verwoest. De oorspronkelijke huizen werden vervangen door stenen woningen.

In Kippel zijn de oude houten huizen opeengepakt rond de Martinuskerk uit 1740. In Kippel bevindt zich het "Lötschentaller Museum". Het museum is geopend van juni tot oktober van 14 tot 18 uur. In juli, augustus en september is het museum ook in de voormiddag geopend van 10 tot 12 uur. Op maandag blijft het museum gesloten.

Tussen Kippel en Wiler ligt het dalstation van de zweefbaan naar Lauchernalp (1950 m). Het station van Laucheralp is een vertrekplaats van talrijke wandelingen. Wij hebben gekozen voor een wandeling naar de lotschenpass (2690 m). Deze pas is een oude oversteek naar Berner Oberland.

Verder het Lötschental in komen we bij het dorpje Blatten (1540 m) met zijn neogotische kerk. Men kan parkeren aan de overkant van de Lonza en men heeft dan een mooi uitzicht op het dorp, dat op twee rotsige terrassen boven een schuimende beek is gebouwd. Via het pad de berg omhoog, bereikt men het gehuchtje Eisten. Hier staat een klein sierlijk kapelletje op een rotspunt. Hier ook werd in 1951 het oudste huis van het dal uit 1404 door een lawine bedolven.

Het gehucht Kühmatt (2085 m) ligt aan beide kanten van de Lonza. Zijn charmante kapel gewijd aan Maria Heimsuchung, een geliefd pelgrimsoord van de dalbewoners. Boven de deur staat op een balk het jaartal 1654 met de mededeling "Die ganse Talschaft hat sie gebuwen". De houten deur heeft vier panelen, waarin de vier evangelisten zijn uitgesneden. Binnen ziet men tal kleine simpele schilderijtjes van mensen die Maria danken voor haar hulp. Het barokke hoogaltaar van verguld hout is van het begin van de 18de eeuw. Bovenin staat een laat-gotisch Mariabeeldje uit ca. 1500.

Bij Fafleralp (1788) houdt de weg op met een grote betaal parkeerplaats waar een kiosk en een toilet zijn. Fafleralp is een uitgangspunt voor wandelingen, zoals de Höhenweg Laucheralp en wandeling naar de Langgletsjer. De gletsjer heeft zich al een eind teruggetrokken.